Trainers betrokken bij transferbeleid? "Hoe vaak Oosting met Weghorst contact heeft gehad..."

Bij FC Twente is technisch directeur Arnold Bruggink de eindverantwoordelijke voor de aan- en verkoop van spelers. Hij neemt de beslissingen niet alleen, want met onder meer hoofdscout Michel Doesburg en technisch adviseur Jan Streuer heeft hij een team samengesteld waarmee hij kan overleggen over de transfers. Daarnaast is ook trainer Joseph Oosting nauw betrokken bij de transfers.

Dat de trainer betrokken is bij de transfers, is niet bij iedere club zo, weet Bert van Losser. "Vroeger gingen trainers nog weleens met spelers praten. Dat zie je anno 2024 niet meer al te vaak. Een trainer moet toch veel vaker iemand over de streep trekken?", vraagt Van Losser zich af bij De Oosttribune van RTV Oost. Jan van Staa reageert. "De trainer komt vaak pas in de eindfase. Op het moment dat het zakelijk allemaal geregeld kan worden, gaat een trainer met een speler praten."

"Het is goed als trainers zich ermee gaan bemoeien. Inhoudelijk wil je als speler weten: wat zijn ze van plan, waar moet ik spelen, wie gaan er weg, wie komen er en hoe is onze speelstijl? Je wilt veel meer weten, en de enige die dat kan zeggen, is toch de trainer. Die moet hem over de streep trekken bij twijfel", aldus de oud-trainer van FC Twente.

Tijmen van Wissing begrijpt niet wat Van Losser allemaal zegt. Volgens hem praten trainers tegenwoordig juist meer met mogelijke nieuwe spelers. "Ik denk dat jij echt onzin uitkraamt, Bert. Als je ziet en hoort hoe een transfer bezegeld wordt, bijvoorbeeld bij Van Rooij, en als je hoort hoe vaak Joseph Oosting contact heeft gehad met Wout Weghorst, een speler die helemaal niet is gekomen... Hoe Bruggink daarmee bezig is geweest, hoe Bruggink is ingevlogen voor Sam Lammers... Jij zegt dat ze het anno 2024 meer moeten doen, maar het gebeurt heel vaak." Van Losser komt met een tegenargument. "Het gebeurt ook heel vaak niet, weet ik uit betrouwbare bron."

Het afronden van een transfer is niet eenvoudig, zo weet Van Staa. "Dat kan soms wel maanden duren. Twente raakt een vleugelverdediger kwijt, dan moeten ze er één bij hebben, maar Van Rooij hebben ze al heel lang gescout, dat weten ze wel. Maar het kan heel lang duren, want de clubs moeten eruit komen, de speler en de zaakwaarnemer zijn betrokken en je wilt met de trainer praten. Het is een proces van weken en soms van maanden om een speler te krijgen. Er is ook concurrentie, en zaakwaarnemers hebben ook andere belangen en gaan met andere clubs praten", besluit Van Staa.