Kritiek op Rots neemt toe: "Dat soort momenten heeft hij veel te vaak"

FC Twente won afgelopen speelronde in de Eredivisie met 0-1 bij Willem II, dankzij een doelpunt van Sam Lammers in de 58e minuut. Daan Rots begon in Tilburg weer in de basis, net zoals hij tegen Heracles Almelo ook deed, en werd in de 76e minuut gewisseld voor Ricky van Wolfswinkel. De 23-jarige speelde een minder goede wedstrijd en kreeg ook geel. Van de supporters kreeg Rots het laagste cijfer van het team, namelijk een 5,8. Ook tegen Heracles kreeg de rechtsbuiten het laagste cijfer. De speler, die voorafgaand aan de thuiswedstrijd tegen Heracles nog werd gehuldigd voor zijn honderdste wedstrijd in het shirt van FC Twente, krijgt nu veel kritiek te verduren.

“Ik werd gek van het spel van Twente in de eerste helft”, begint Leon ten Voorde in de Ballenverstand podcast van Tubantia. “Ik werd ook geïrriteerd over het spel van Daan Rots in de eerste helft. Ik bedoel, je bent buitenspeler in de Eredivisie. En je krijgt een bal op de zestien voor je linker, voor je sterke been. Dan moet dat gewoon op doel. En dan schiet hij naast. En dat soort momenten heeft hij veel te vaak.”

De clubwatcher vervolgt: “Hij hoeft geen Černý te zijn die de ballen zo mooi in de verre hoek kan krullen. Hij hoeft geen Arjen Robben te zijn die die ballen bijna altijd in de verre hoek doet. Maar Rots komt te vaak in die positie op de zestien waarbij de ballen niet tussen de palen gaan. En je moet er gewoon op oefenen. Op de training. Na elke training zoals Stijn dat doet. Veertig ballen. Elke dag.”

Ook geeft Ten Voorde aan dat hard werken op de training geen garantie biedt voor succes in de wedstrijd, maar wel helpt om de techniek te verfijnen. “Stijn is bijna na elke training nog bezig aan het afwerken. En dat wil niet zeggen dat je het in de wedstrijd ook lukt, onder die wedstrijddruk in een vol stadion met een tegenstander. Maar als je het blijft herhalen, dan krijg je wel een vast gevoel. Een vastere trap daarin. En daar haalt hij gewoon veel te weinig uit. Maar dat geldt voor heel Twente. Oosting zegt ook dat ze een keer een bal tussen de palen moeten schieten. Wij waren dominant, maar er gebeurt helemaal niks naar voren toe.”