FC Twente-spelers spreken ultieme Old Trafford-droom uit

FC Twente speelt woensdagavond tegen Manchester United. Voor de supporters is het natuurlijk geweldig om hun club op Old Trafford te mogen steunen, maar ook voor de spelers is het een speciale trip. Hoe ziet hun ultieme Old Trafford-droom eruit? Die vraag beantwoorden Sem Steijn, Lars Unnerstall, Ricky van Wolfswinkel en Bart van Rooij.

"Als ik mijn droomwedstrijd moet beschrijven, maak ik het winnende doelpunt uit een vrije trap", vertelt Steijn in gesprek met de Volkskrant. "Hoe ik dan ga juichen, weet ik niet. Dat doe ik altijd op intuïtie. Kinderen vragen weleens aan mij of ik iets speciaals wil doen als ik scoor. Maar ik vergeet het altijd, omdat ik dan zo blij ben en doe wat er op dat moment in mij opkomt."

Lars Unnerstall speelde met FC Schalke 04 al eens op Old Trafford, maar was destijds derde keeper. "Nu ik zelf op het veld sta, wil ik graag een belangrijke rol vervullen. Het droomscenario zou zijn dat we met 1-0 voorstaan en dat ik in de laatste minuut een geweldige redding maak. Op wat voor manier of van wie ik de bal tegenhoud, maakt mij niet uit. We moeten voor een goed resultaat durven gaan."

Ricky van Wolfswinkel vindt de vraag wat lastiger te beantwoorden. "Hoe een droomavond op Old Trafford eruitziet, vind ik lastig te zeggen. Ik wil vooral dat we achteraf kunnen zeggen: 'We hebben alles gegeven en het maximale eruit gehaald'. Want laat één ding duidelijk zijn: we zien het niet als schoolreisje, dan hadden we wel een stadionrondleiding geboekt.

Als laatste is Bart van Rooij aan het woord. "Het zou mijn droom zijn om drie keer te scoren op Old Trafford, maar dat acht ik niet heel realistisch, haha. Ik heb überhaupt nog nooit twee doelpunten in een wedstrijd gemaakt. Ik hoop dat we de openingsfase goed doorkomen en als team compact bij elkaar spelen. Rond de 75ste minuut maken we dan in een tegenaanval de 1-0. Wie er scoort, maakt mij niet uit. Het laatste kwartier overleven we de storm van Manchester United door met z'n allen te knokken voor wat we waard zijn", besluit Van Rooij.