Transfers

Bruggink ziet oneerlijke constatering door vertrek Cerny: "Het is ánders geworden"

Bruggink ziet oneerlijke constatering door vertrek Cerny: "Het is ánders geworden"

FC Twente nam deze zomer afscheid van de twee vaste buitenspelers. Virgil Misidjan vertrok transfervrij naar het Saudi-Arabische Al-Tai FC, Václav Cerny werd voor acht miljoen euro verkocht aan het Duitse VfL Wolfsburg. De vervangers die werden gehaald zijn Naci Ünüvar en Mitchell van Bergen, die allebei nog alles te bewijzen hebben.

Als je de namen zo bekijkt, trek je snel de conclusie dat FC Twente erop achteruit is gegaan. Dat weet ook technisch directeur Arnold Bruggink. "Van een afstand zou je sec concluderen: op die posities is Twente niet beter geworden", zegt Bruggink in gesprek met Voetbal International. Volgens de technisch directeur is die constatering echter niet helemaal terecht. "Het is ánders geworden."

"Sowieso refereren mensen snel aan Václav Cerny, aan zijn laatste drie maanden. Toen was hij in absolute topvorm en verdiende hij zijn transfer naar VfL Wolfsburg. Die periode wordt als maatstaf genomen voor zijn opvolgers. Logisch, die herinnering blijft hangen, maar niet helemaal eerlijk. Václav had diepte in zijn spel en een actie, waarmee hij het verschil kon maken. Datzelfde gold voor Virgil Misidjan aan de linkerkant, al is hij wat grilliger. Het zijn allebei jongens die altijd met dreiging spelen. Dit seizoen is het anders. De doelpunten en assists van met name Václav kunnen we niet terugkopen. Ze moeten nu van meer spelers komen."

"Afgelopen seizoen hebben we veel te weinig gescoord vanuit het middenveld, daar zullen nu meer doelpunten vandaan gaan komen. We hebben in die linie meer creativiteit, variatie, assists en dynamiek. Naci Ünüvar heeft dat ook allemaal in zich als linksbuiten, terwijl Michel Vlap die positie ook heel goed invult. Mitchell van Bergen geeft ons voorin meer snelheid en diepte. En Daan Rots doet het natuurlijk goed", besluit Bruggink, die goaltjesdief Sem Steijn nog niet eens noemt. Daarnaast moet Manfred Ugalde ook voor de nodige doelpunten gaan zorgen.

Cijfers onderbouwen analyse Bruggink

De cijfers onderbouwen de analyse van Bruggink. Vorig seizoen scoorde FC Twente 66 keer in 34 eredivisiewedstrijden. Veertig doelpunten (60,6 procent) kwamen van aanvallers: Václav Cerny maakte er dertien (19,7 procent), Ricky van Wolfswinkel negen (13,6 procent), Manfred Ugalde acht (12,1 procent), Virgil Misidjan acht (12,1 procent), Christos Tzolis één (1,5 procent) en Denilho Cleonise één (1,5 procent)

De middenvelders waren goed voor slechts twaalf doelpunten (18,2 procent). Sem Steijn maakte er zes (9,0 procent), Michel Vlap drie (4,5 procent), Michal Sadílek twee (3,0 procent) en Ramiz Zerrouki één (1,5 procent). Zelfs de verdedigers hadden een groter aandeel in de doelpunten van FC Twente: de achterste linie was goed voor dertien doelpunten (19,7 procent).

Joshua Brenet maakte er zeven (10,6 procent), Gijs Smal twee (3,0 procent), Julio Pleguezuelo twee (3,0 procent), Mees Hilgers één (1,5 procent) en Robin Pröpper één (1,5 procent). Daarnaast scoorde FC Twente één keer via een eigen doelpunt. In de thuiswedstrijd tegen Sparta Rotterdam werkte Dirk Abels de bal in eigen doel.

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties