Bruggink legt uit: Dit is waarom FC Twente voor veel Nederlandse spelers blijft gaan

Sinds Jan Streuer in 2020 als technisch directeur begon bij FC Twente, is het transferbeleid duidelijk gericht op het aantrekken van Nederlandse spelers, of in ieder geval spelers die de Nederlandse taal beheersen of ervaring hebben in Nederland. Deze zomer koos FC Twente opnieuw voor dergelijke spelers. Technisch directeur Arnold Bruggink legt deze keuze uit.

De stap binnen de Nederlandse competitie van de middenmoot naar de subtop en vervolgens naar de top zie je niet vaak meer in Nederland. Bruggink weet wel waarom dat zo is. "De prijzen zijn in Nederland heel hoog voor spelers", vertelt de technisch directeur bij De Oosttribune van RTV Oost. FC Twente legde naar schatting in totaal 1,8 miljoen euro neer voor Bas Kuipers van Go Ahead Eagles en Bart van Rooij bij NEC Nijmegen, twee backs uit de middenmoot/subtop.

"Het is ook het grote gevaar dat Nederlandse clubs veel buitenlandse spelers gaan halen, omdat je maar denkt: we moeten spelers hebben - terwijl je soms eigen jeugdspelers over het hoofd ziet, omdat je denkt dat alles wat van buitenaf komt, beter is. Dat heeft ook te maken met alles wat er omheen komt, met de supporters." Supporters vinden het vaak leuk om nieuwe spelers te zien. "Er komen best veel buitenlandse spelers, omdat Nederlandse spelers onderling gewoon duur zijn. Niet heel veel clubs kunnen dat betalen."

Toch kiest FC Twente vaak voor Nederlandse spelers. dit een bewuste keuze in het transferbeleid? "Ik geloof heel erg in de herkenbaarheid van spelers, wat wij uit willen stralen als club zijnde. Dat is wel een bewuste keuze. Daar heb ik het met Jan (Streuer, red.) ook veel over gehad. Ik snap dat ook, omdat je de karakters van de jongens vaak goed kent. Daar hou ik ook wel van, alleen wel tegen de prijs waarvan we denken: daar kunnen we mee verder", besluit Bruggink.