Uit den ouden Doosch: De oerknal van Epy
Het waren mooie beelden gisteren. De bekerfinale 2014. Ajax werd vernederd door een ‘provincieclub’. Nadat een stelletje eencelligen het wel gepast vonden om vuurwerk naar het eigen doelgebied te gooien nam Zwolle het initiatief en overklaste de aanstaande kampioen op alle fronten. De emoties van de Zwolle fans waren mooi om te zien en deden me terugdenken aan de allereerste prijs die FC Twente won en mijn eigen emoties daarbij. Daarvoor moeten we wel even terug in de tijd. Gaat u met mij mee lezer?
Om te begrijpen welke emoties loskwamen op die gedenkwaardige Hemelvaartsdag in 1977 moeten we eerst nog even een stapje verder terug in de tijd. We schrijven het jaar 1974. FC Twente was al dertig wedstrijden op rij ongeslagen en speelde in de voorlaatste competitieronde tegen Feyenoord dat evenveel punten had, maar een beter doelsaldo om het kampioenschap van Nederland.
Twente had een sterk team, een ijzersterk team; Schrijvers, Notten, Oranen, Drost, De Vries, Van der Vall, Thijssen, Zuidema, Pahplatz, Jeuring, Achterberg. Tot twee keer toe kwam Feyenoord voor en tot twee keer toe maakte Twente gelijk. Tot een kwartier voor tijd Theo de Jong de 3-2 op het scorebord zette en FC Twente als tweede het seizoen afsloot. Damn, wat was dat balen, want eigenlijk speelde Twente toen het beste voetbal in Nederland werd er gezegd, maar dat telt op het einde niet. Feyenoord speelde keihard en Twente liet zich deels gewoon afbluffen. Duizenden supporters hadden de reis naar Rotterdam gemaakt en nog eens duizenden maakten zich in het Enschedese op voor een eventueel groots feest. Tevergeefs dus.
De kans op een prijs diende zich echter een jaar later alweer aan. En wel de kans op twee prijzen. Beide kansen werden echter verspeeld in die gedenkwaardige zes dagen van mei 1975.
Allereerst was daar het volstrekt onnodige en ongedachte verlies in de bekerfinale tegen ADO Den Haag. FC Twente had Feyenoord uitgeschakeld en plaatste zich voor het eerst in de historie voor de finale van de KNVB beker. Het was 15 mei 1975. Twente was favoriet en zou eindelijk een echte prijs koppelen aan het doorgaans goede voetbal. Ik was tien en moest op tijd naar bed en kon de avondwedstrijd dus niet zien. Mijn moeder zou de uitslag wel komen melden als de wedstrijd afgelopen was. Uiteraard kon ik de slaap niet vatten en dacht constant aan die beker die door Twente zou worden gewonnen. Twente was per slot van rekening veel- en veel sterker dan ADO.
In die tijd waren we continu op straat en op de veldjes te vinden. Altijd en overal aan het voetballen, met wie en waar het maar kon. Voetbal was ons leven en Twente onze trots. We ademden voetbal. Tot, ver in de valavond, de stemmen van onze moeders als sirenes door de wijk gingen waren we tegen de bal aan het trappen. Er moest tussen mijn broertje en mij zelfs een dobbelsteen aan te pas komen om te bepalen wie die avond de bal naast het kussen in bed mocht hebben, ook al was hij nog zo eivormig als maar kon. Dondert niet. Die bal was heilig.
Met de gedachte aan een mooie Twente overwinning viel ik uiteindelijk in een soort lichte slaap toen ik geklop op de deur hoorde en mijn moeder hoorde zeggen dat Twente met 1-0 had verloren. Weg slaap en weg dromen. De volgende dag zag ik met betraande ogen een foto van een aantal Twente spelers die nog minutenlang met ongeloof in de dug-out van de Kuip hadden gezeten. Hoe kan dat nou? Zo dicht bij de eerste prijs en toch verliezen.
Zes dagen later zou het echter allemaal goed gemaakt kunnen worden. Op 21 mei speelde Twente namelijk de finale van de UEFA cup tegen Borussia Monchengladbach. In de halve finale had Twente in heel Europa indruk gemaakt door het zeer sterke Juventus te verslaan, mede door een 1-0 overwinning in Turijn door een weergaloos doelpunt van Johan Zuidema. De finale werd gespeeld over twee wedstrijden. Uit werd het 0-0 en wat nog restte was dus de thuiswedstrijd in het Diekman. Het was een drukte van belang in en rond het stadion en vlak voor de wedstrijd was de spanning als een soort elektrisch geladen atmosfeer voelbaar. Mijn vriendjes en ik hadden geen kaarten en stonden buiten het stadion te wachten op een kans om naar binnen te glippen. Maar deze keer was er geen doorkomen aan, wat we ook probeerden. Na negen minuten was het echter al 0-2 en dropen we als geslagen honden af. Thuisgekomen zagen we dat het uiteindelijk 1-5 was geworden. Praten had geen zin, zwijgend liepen we met de bal onder onze arm naar buiten. Eventjes kon nog, wellicht nog een partijtje op het zandveldje dichtbij. Weer ging een prijs aan FC Twente voorbij. Een knoeperd van een prijs nog wel. Zou het dan nooit lukken? Is er dan sprake van een kwaad gesternte dat over de club hangt als een donkere wolk die nooit verdwijnt? Het verlies van die verschillende finales werd nog lang gevoeld door jong en oud.
Tot die gedenkwaardige Hemelvaartsdag van 19 mei 1977. Donderdagavond 18:00 uur. 29.000 mensen, waaronder prins Bernard zijn aanwezig in de Goffert en getuige van de aftrap. FC Twente speelt tegen de Eerste Divisieclub PEC Zwolle. Zou het dan nu eindelijk eens lukken, gaan we dan echt onze eerste prijs pakken? Epy verzucht vooraf in de pers: “Als we de beker nou niet pakken, dan stop ik maar met voetballen.”
De wedstrijd mogen we niet op de TV kijken, want er waren maar een paar kanalen en de volwassenen bepaalden wat er op kwam. Wel mochten we met de transistorradio in de keuken luisteren naar het verslag van de wedstrijd. Onderwijl trapten we elkaar een balletje toe en luisterden we naar het commentaar van Theo Koomen. Bam, afgekeurde goal van PEC. Boem, PEC schiet op de lat. Twente lijkt wel stijf te staan van de zenuwen.Net of ze bang zijn om weer op het beslissende moment het deksel op de neus te krijgen. Koomen doet er nog een schepje bovenop. PEC was beter in de eerste helft. Na rust kon Twente ook niet echt een vuist maken, hoewel er wel wat beter werd gespeeld.
En toen was daar de 105e minuut, de bal vertrekt vanaf ruim dertig meter als een raket van de voet van Epy Drost en doorklieft het luchtruim als een wrake Gods om uiteindelijk in de kruising van het Zwolse doel te belanden en het net doen sidderen van gerechtigheid. De Twentse Oerknal. Het doelpunt dat een hele streek van een trauma verloste. Het geschreeuw uit die keuken en de omhelsing van mijn broertje zal altijd bij mij blijven. Via Arnold Muhren en onze eigen Jan Jeuring werd het nog 3-0. Onze eerste prijs, zo mooi, ik was wekenlang Epy.
TAZ
Plaats reactie
0 reacties
Laad meer reactiesJe bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties