Regeer kent geen revanchegevoelens voor treffen met Fenerbahce

Youri Regeer stond vorig jaar volop in de schijnwerpers tijdens de Conference League play-off tegen Fenerbahce. Vlak voor rust kreeg hij een rode kaart, waarna FC Twente uiteindelijk met 5-1 ten onder ging in Istanboel. Inmiddels is Regeer uitgegroeid tot een vaste waarde bij de Tukkers en startte hij de afgelopen vier wedstrijden in de basis. Na het duel tegen NAC Breda werd hij zelfs uitgeroepen tot man of the match, nadat hij op een mooie wijze een penalty had versierd. In een persconferentie kwam ook de vraag of hij nog revanchegevoelens heeft van het duel vorig jaar tegen Fenerbahce.

"We weten allemaal wat er gebeurd is vorig jaar." vertelt de 21-jarige, verwijzend naar zijn rode kaart. "Maar revanchegevoelens? Ik denk wel dat we wat willen laten zien als team. Uiteindelijk ben ik vorig jaar de dupe geweest omdat ik een rode kaart heb gepakt. Maar het is een jaar geleden, we hebben ons als team ontwikkeld, ik heb mezelf ontwikkeld dus ik denk dat we als team wat willen laten zien morgen."

Als je naar de statistieken kijkt van vorig jaar waren de Turken veel beter. Waarom is dat nu anders? "Als je naar vorig jaar kijkt, verlies je daar met 5-1, ook omdat we daar met tien man komen te staan." legt hij uit. "Ik denk dat als je de statistieken van daarvoor pakt, waren wij heel goed bezig. Alleen die rode kaart verandert het. We hebben ons als team ontwikkeld, nieuwe jongens, maar ook op de oude voet verdergegaan. Wat dingen verbeterd, en uiteindelijk willen we morgen laten zien waar we toe in staat zijn." Maar wat dacht Regeer toen Fenerbahce uit de loting kwam?

"Mooie tegenstander. De rode kaart van vorig jaar schoot niet als eerste naar binnen. Het is gebeurd en ik moet er niet te lang in blijven hangen. Op het veld denk ik niet zo zeer aan andere dingen dan waar ik aan moet denken op het veld. Ik ga niet met revanchegevoelens in het veld staan. Ik moet gewoon mijn doelen en taak uitvoeren, en ik ga niet met extra revanche gevoelens een duel in." aldus Regeer.