Bruggink verklaart succes FC Twente: "Dat is onze grote kracht"

Van de 26 spelers in de selectie van FC Twente spreken er maar twee geen Nederlands: Sayf Ltaief en Gustaf Lagerbielke. Deze samenstelling is geen toeval, maar een bewuste keuze van de club. Technisch directeur Arnold Bruggink legt uit dat de nadruk op Nederlandse spelers niet alleen sportief, maar ook strategisch is, met het oog op het versterken van het team en het behouden van de sterke band tussen de spelers, de regio en de supporters.

“Je kent ze redelijk goed. Ik ken ze goed als het gaat om hun karakter", verklaart Bruggink in een gesprek met De Ballen verstand. “Ik vind het wel belangrijk om te weten: wat haal je in huis als persoonlijkheid. Het is een van onze grote krachten geweest vorig seizoen en de jaren daarvoor, waarin je een heel hecht collectief hebt. Daardoor konden we ook zo goed presteren.” De 47-jarige gelooft sterk in de kracht van een hecht team en de herkenbaarheid van spelers die zich kunnen identificeren met de regio en de club. "Die herkenbaarheid is iets waar ik in geloof en een wisselwerking die wij als club nastreven. De regio staat ook voor die waarden, en dat is iets waar wij in geloven. Ik wil graag dat spelers normaal met supporters kunnen praten, dat ze met mensen op de foto gaan. Dat hoort bij ons."

De keuze voor veel Nederlandse spelers is volgens de oud-voetballer niet alleen gebaseerd op sportieve voorkeur, maar ook op praktische overwegingen. “De prijzen in Nederland voor spelers zijn in het algemeen heel hoog. Het grote gevaar is dat er steeds meer buitenlanders naar Nederland komen, en dat je daardoor je eigen jeugdspelers over het hoofd ziet. Dan ga je denken dat je spelers uit het buitenland moet halen, terwijl je eigenlijk gewoon genoeg talent binnen je eigen land hebt. Het is wel een bewuste keuze om veel Nederlanders in de selectie te hebben. Maar dan wel tegen de prijs waarvan wij denken: daar kunnen we verder mee."